Voortkomend uit een ontsteking van de blaaswand, vertoont het blaaspijnsyndroom vergelijkbare symptomen als een blaasontsteking, maar wordt niet door bacteriën veroorzaakt en reageert niet op antibiotica.
Dit syndroom wordt getriggerd door verschillende factoren, waaronder virussen, operaties, allergieën of problemen met het immuunsysteem.
Stress veroorzaakt het syndroom niet direct, maar kan de symptomen verergeren.
Hormonale schommelingen, met name tijdens de menopauze door een afname van oestrogeen, kunnen ook een rol spelen. Dit kan leiden tot dunner slijmvlies in de plasbuis, wat de bescherming tegen bacteriën vermindert en de kans op een blaasontsteking vergroot.
Rond de 20% van de vrouwen boven de 65 jaar lijdt regelmatig aan blaasontstekingen, waarbij deze hormonale veranderingen ook kunnen bijdragen aan het ontstaan of verergeren van het blaaspijnsyndroom.
De symptomen van het blaaspijnsyndroom variëren en kunnen aanzienlijke hinder in het dagelijks leven veroorzaken.
Dit gaat gepaard met frequente aandrang om te plassen, zelfs ’s nachts, pijn in de onderbuik die naar rug, lies en zij kan uitstralen, en pijn rond de vagina.
De pijn kan intenser worden voor de menstruatie en toeneemt naarmate de blaas gevulder is, hoewel plassen tijdelijk verlichting kan bieden.
Behandelingsmogelijkheden variëren en zijn afhankelijk van de individuele situatie van de patiënt, waaronder medicatie zoals ontstekingsremmers en pijnstillers, blaasspoelingen, het oprekken van de blaaswand, en bij blaaspijnsyndroom gerelateerd aan de menopauze kan lokaal aangebracht oestrogeen helpen.
Er zijn momenten waarop het kan helpen om wat verlichting te krijgen.
Voor het verminderen van de symptomen van het blaaspijnsyndroom wordt aanbevolen om bepaalde irriterende stoffen te vermijden.
Dit omvat onder andere scherpe kruiden, cafeïne, koolzuurhoudende dranken, alcohol, citrusvruchten, tomaten, bananen, stress en koude omgevingen.
Deze kennis draagt bij aan een beter begrip van het blaaspijnsyndroom en de beschikbare behandelingen, evenals aan preventieve maatregelen die genomen kunnen worden om de symptomen onder controle te houden.
