In diverse Nederlandse gemeenten is parkeren steeds prijziger geworden, vooral voor bewoners die een parkeervergunning nodig hebben in de nabijheid van hun huis.
Een recent onderzoek van het ANP heeft aan het licht gebracht dat de kosten voor parkeervergunningen sinds 2021 zijn gestegen in zes van de tien steden met parkeervergunningsgebieden.
Van de 342 onderzochte gemeenten vereisen momenteel 147 minstens één zone met een parkeervergunning, waarbij de prijsstijgingen kunnen variëren.
In Heerenveen bijvoorbeeld is de prijs voor een parkeervergunning aanzienlijk gestegen. Inwoners van het centrum van deze Friese stad hebben gezien dat de kosten zijn gestegen van €45 in 2021 naar €100 in 2023, wat meer dan een verdubbeling is.
De gemeente rechtvaardigt deze verhoging door te stellen dat er voorheen geen prijsaanpassingen waren doorgevoerd en dat er dit jaar is gekozen voor een “kostendekkende verhoging in één keer”.
Er zijn ook andere gemeenten met aanzienlijke prijsstijgingen, waaronder Nijkerk waar de tarieven bijna 72% zijn gestegen, Lochem met 55%, Rijswijk met iets meer dan 52%, Den Haag met bijna 45% en Gouda met ruim 44%.
De duurste parkeervergunning in Nederland is te vinden in Amsterdam, waar bewoners binnen de Singel dit jaar €630 betalen, een stijging van 11% vergeleken met €568 in 2021.
Op de voet gevolgd door Utrecht met €615 en Groningen en Den Bosch waar centrumbewoners respectievelijk €370 en €368 moeten bijdragen voor hun parkeervergunning.